Zoektocht naar het beïnvloeden van aardbevingen
sep. 09, 2013
Het gas zit onder hoge druk in een zandsteenlaag, op circa drie kilometer diepte. Door gaswinning neemt de druk in deze laag af.
Het gas zit onder hoge druk in een zandsteenlaag, op circa drie kilometer diepte. Door gaswinning neemt de druk in deze laag af. Hierdoor ontstaat compactie, het samendrukken van de zandsteenlaag. Gebeurt dit bij een natuurlijke breuklijn, dan kunnen de aardlagen schoksgewijs verschuiven. Dit is een aardbeving. Kunnen we iets doen om het aantal aardbevingen of de kracht daarvan te verminderen?
Controle over 300 putten
‘Wij brengen de druk overal zo gelijk mogelijk naar beneden.’ Atze Dijkstra, Wachtchef NAM in Hoogezand
“Waar en wanneer halen we hoeveel gas uit de grond? Dat is kort samengevat mijn taak als wachtchef in Hoogezand. We hebben in het Groningen-gasveld zo’n 300 putten op 20 locaties. Als wachtchef draai ik als het ware aan de verschillende knoppen en bepaal ik samen met mijn collega’s waar op welk tijdstip gas wordt gewonnen.
Door de aardbevingen kijken we nu veel meer hoe we de druk over het hele Groningen-gasveld zo gelijk mogelijk naar beneden kunnen brengen. Mogelijk beïnvloedt dit het aantal aardbevingen en de kracht ervan. Deze verantwoordelijkheid maakt mijn werk extra bijzonder.
Er zijn meer manieren waarop we proberen aardbevingen door gaswinning, en de kracht ervan, te verminderen. Daar werken mijn collega’s, zoals Sascha, aan.”
‘Wij onderzoeken een vervanger voor aardgas onder de grond.’ Sascha van Putten, Senior Reservoir Engineer NAM
Werken aan oplossingen
“Als senior reservoir engineer kijk ik hoe gas door de ondergrond stroomt. Om dit te kunnen weten, halen we bijvoorbeeld stenen kernen uit de grond op 3 kilometer diepte en kijken we daarmee hoe het gasveld zich gedraagt tijdens gaswinning.
Naast gelijkmatig produceren, waar Atze op let, zijn er ook andere manieren om de druk gelijkmatig te laten afnemen. Met mijn team onderzoek ik of we druk in het gasveld nog beter kunnen beïnvloeden door op slimme plekken extra putten te boren. Vooral op plekken waar het gas niet makkelijk genoeg stroomt kan dat zinvol zijn. Maar dat is niet het enige wat wij doen.
Ook onderzoeken we of we het aardgas dat we uit de grond halen, kunnen vervangen door water, stikstof of een ander gas. Zo kan in theorie de druk in de ondergrond op peil worden gehouden. Hierdoor wordt de zandsteenlaag minder in elkaar gedrukt en daarmee wordt dus mogelijk de kracht en het aantal aardbevingen beïnvloed. Dat klinkt mooi, maar blijkt vooralsnog in de praktijk een complexe oplossing.”