De NAM levert operationele strategieën op voor gasjaar 2020-2021
mrt. 31, 2020
De minister heeft de NAM gevraagd om voor het jaar 2020-2021 twee operationele strategieën uit te werken en in te dienen. Deze strategieën beschrijven hoe het Groningenveld kan worden geproduceerd. De minister bepaalt uiteindelijk de strategie die de NAM moet volgen en legt die vast in het zogenaamde Vaststellingsbesluit voor het gasjaar 2020-2021. Om te zorgen dat de minister een goed afgewogen besluit kan nemen, beschrijft de NAM wat de diverse consequenties zijn van de twee mogelijke strategieën.
Seismiciteit
Uit de HRA-analyses blijkt dat de seismische dreiging en risico is afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Het verschil in seismische dreiging en risico tussen beide operationele strategieën is klein. Operationele Strategie 1 heeft iets minder dreiging in het zuidelijke deel van het Groningenveld tot gevolg in vergelijking met Operationele Strategie 2. Ook voor verschillen in het aantal bevingen per jaar boven een bepaalde magnitude is er weinig verschil te zien. Door de verminderde gaswinning neemt de dreiging de komende jaren nog verder af.
Gebruik na 2022
De minister heeft in de Kamerbrief van 21 februari 2020 aangegeven dat er mogelijk voor Groningen na 2022 nog een rol als back-up capaciteitsmiddel wordt verwacht bij extreme situaties waarbij sprake is van uitzonderlijke kou in combinatie met grootschalige uitval van andere capaciteitsmiddelen. De minister heeft de NAM per brief verzocht nadere informatie te geven over het invullen van deze eventuele capaciteitsvraag na 2022.
Mocht de overheid het Groningenveld na 2022 nog als een back-up capaciteitsmiddel willen inzetten, dan dient zij er rekening mee te houden dat dit gepaard zal gaan met het produceren van nog steeds aanzienlijke volumes gas. Dit komt omdat het Groningen gasveld niet ontworpen is als back-up capaciteitsmiddel, maar als (flexibel) productiesysteem. Het systeem zal in dat geval vaker getest moeten worden en op een minimum productieniveau worden geopereerd. Dit zal daardoor resulteren in de gasproductie van meerdere miljarden kubieke meters per jaar na 2022.
Daarom wijst de NAM in de Operationele Strategie op alternatieven voor de inzet van het Groningenveld na 2022.
Voorbeelden van deze alternatieven zijn een efficiënte benutting en beheer van het werkvolume van de gasopslag Norg, het in stand houden of uitbreiden van gasopslagcapaciteit van cavernes of het beperken van de vraag bij extreme situaties.