NAM bestaat 75 jaar
sep. 28, 2022
75 jaar geleden, op 19 september 1947 is de NAM opgericht. Een jubileum om bij stil te staan. Om dit moment te vieren hebben we een documentaire laten maken, die het verhaal vertelt over 75 jaar NAM geschiedenis.
Op 19 september 1947 is de NAM opgericht door de Bataafse Petroleum Maatschappij (nu Shell) en de Standard Oil Company of New Jersey (nu ExxonMobil). In dat jaar begon de grootschalige productie van olie uit het Schoonebeker olieveld. In 1959 boorde de NAM het grote Groningen-gasveld aan in de buurt van Slochteren. Die vondst betekende onder andere dat alle huishoudens in Nederland overstapten op het gebruik van aardgas in plaats van olie of kolen.
Het Groningse gas heeft Nederland veel welvaart opgeleverd. De documentaire besteedt uiteraard ook aandacht aan de negatieve gevolgen van de gaswinning voor de Groningers in het gebied en andere zaken die fout zijn gegaan. Tot slot kijken we naar de toekomst. Dit doen we onder meer aan de hand van gesprekken met collega's die hun ambitie voor de toekomst van de NAM schetsen.
In de documentaire komen (oud-)medewerkers van de NAM aan het woord, maar ook twee onafhankelijke deskundigen van het Haags Centrum voor Strategische Studies, de voormalige hoofddirecteur van de Gasunie, de oud-burgemeester van Loppersum en de voorzitter van het Groninger Gasberaad.
Documentaire: NAM 75 jaar Bron van Energie - YouTube
Het Drentse dorp Schoonebeek wordt sinds jaar en dag gekenmerkt door de zogenaamde jaknikkers.
Slochteren was een gamechanger. Het was een enorme vondst.
De boringen van de Nederlandse Aardoliemaatschappij toonden hoeveelheden aardgas aan, waarvan men de omvang onmiddellijk reeds hoogschatte.
We moesten platformen bouwen, wat we nog nooit hadden gedaan.
Dat kleine velden beleid is erg succesvol gebleken.
De NAM, dat was wat hé. Dat was een baan voor het leven.
In 1986, the extraction of gas under Ameland began.
Dat iedereen vanavond warm kan douchen, dat iedereen een warm huis heeft, dat is toch echt te danken aan de gasvelden in Groningen, Friesland en Drenthe.
Het is een paar jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Personeel van de Bataafse Petroleum Maatschappij doet onderzoek naar olie bij Schoonebeek in Zuidoost-Drenthe.
Hier wordt in 1943 voor het eerst olie gevonden. Om te voorkomen dat de Duitse bezetter hiervan kan profiteren wordt de winning van deze olie opzettelijk vertraagd.
Maar nu kan de productie écht beginnen. Daarvoor wordt door de Bataafsche Petroleum Maatschappij en de Standard Oil Company of New Jersey op 19 september 1947 de NAM opgericht.
Lucia van Geuns
Strategisch adviseur The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS):
De vondst van het Schoonebeek-olieveld was spectaculair, het was één van de grootste olievelden van Europa. Tegelijkertijd, we stookten toen nog op kolen. Na de oorlog was er een enorme hoeveelheid economische activiteit en een uitbreidend wagenpark. Dus die olie was nodig.
Jilles vd Beukel
Energie analist The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS):
Het was heel veel olie. Dat ten eerste, ook al was het er niet zo makkelijk uit te krijgen, ja, en het heeft voor Nederland financieel heel veel opgeleverd en ook voor Schoonebeek heeft het veel opgeleverd. En mede daardoor is, denk ik, de relatie NAM- Schoonebeek altijd vrij goed geweest.
Johan Atema
Directeur NAM:
Het is de geboortegrond van NAM. Daardoor zijn wij een Drents bedrijf geworden en ook altijd gebleven, en dat heeft ook het gebied in en rondom Schoonebeek ontzettend ontwikkeld, en dat kun je tot op een dag van vandaag merken. Veel industrie, veel bedrijven die bij ons betrokken zijn en tot op heden ook veel Nammers die uit Schoonebeek komen of familie hebben in Schoonebeek. Dus het is letterlijk geboortegrond, we zijn verbonden aan Schoonebeek en aan Drenthe en dat zullen we altijd blijven.
Overal verschijnen jaknikkers in het Drentse landschap om het ‘zwarte goud’ uit de bodem te halen. Veel inwoners gaan aan de slag in de olie-industrie. En de befaamde olietrein gaat rijden tussen Schoonebeek en de raffinaderijen in Pernis, in het westen van het land.
In die eerste jaren na de oorlog groeit de NAM snel. Van enkele tientallen naar vele honderden trotse werknemers. Eén van hen is de nu 93-jarige Harke Timmerman, die in 1948 bij de NAM aan de slag gaat als machinebankwerker.
Harke Timmerman
Oud-werknemer NAM:
De NAM, dat was wat hè, dat was een baan voor het leven, daar kwam het op neer, want olie was altijd nodig, natuurlijk. Toen we gestopt zijn, toen waren er zo’n 450 jaknikkers hier in het dorp en heel veel meetstations….
Anneke van Os
Oud-werknemer NAM:
Ik ben in Schoonebeek op 8 juni 1970 begonnen op de materialendienst. Mijn vader en broer werkten er ook. Het was voor ons een familiebedrijf. Heel veel Schoonebeekers werkten bij de NAM. De Nam was voor ons sociaal en financieel een heel fijn bedrijf.
Timmerman:
Alle verenigingen die konden een beroep doen op de NAM. En dan krijgen ze geld. Ja, de NAM dat was een heel goed bedrijf, maar die maken ook winst natuurlijk. Dat was een heel, heel goed bedrijf. En nog vind ik.
Anneke van Os:
Schoonebeek heeft heel veel te danken aan de NAM. Er kwamen NAM-huizen voor de medewerkers. Er kwam een sporthal, de eerste in Drenthe. En Schoonebeek was het rijkste dorp van Drenthe, dankzij de NAM.
Polygoon:
De Nederlandse Aardoliemaatschappij heeft voor haar werknemers een sport- en recreatiecentrum laten bouwen, genaamd de Boo. Ook bij dit bedrijfsrecreatieoord ligt een fraai openluchtbad, waarvan druk gebruik wordt gemaakt.
Anneke van Os:
De Boo die kwam, daar konden we sporten. Daar was een openluchtzwembad, een speeltuin, een terras om te ontspannen. Het was gewoon een hele fijne tijd voor ons.
Lucia van Geuns:
De vondst van het olieveld was voor de Bataafse Petroleum Maatschappij, nu Shell, een enorme drijfveer om naar meer olie te zoeken in het Noorden. Daarbij had de BPM het exclusieve recht om in het Noorden te kunnen exploreren en ook om te winnen. Daarnaast waren ze niet zo geïnteresseerd in gas, want dat gas bracht niet zoveel op.
Maar dat gas wordt in 1948 wel gevonden. Bij de zoektocht naar meer olie, wordt door de NAM in de buurt van Coevorden, bij toeval, aardgas aangeboord. En een paar jaar later krijgen de huizen in Coevorden als eerste in Nederland aardgas. Ook al zijn er veel twijfels over het nut ervan…
Jilles vd Beukel:
Men was niet op zoek naar gas. Men was op zoek naar olie, naar een tweede Schoonebeek. Olie, ja, daar kon je mee verdienen. Voor gas was geen infrastructuur, geen pijpleidingen, geen distributienet. Het potentieel voor gas heeft men zich pas later gerealiseerd.
Johan Atema:
Doordat wij gas gevonden hebben in Coevorden en later in Groningen, is Nederland ontwikkeld tot een gasland en hebben we een grote transitie meegemaakt van olie naar gas en van kolen naar gas.
Lucia van Geuns:
Er was natuurlijk al stadsgas, dat werd geproduceerd door het verbranden van bijvoorbeeld steenkool. Stadsgas was toendertijd een openbare nutsvoorziening en NAM was geforceerd om het gas te verkopen aan deze openbare nutsvoorziening. En dat was commercieel niet aantrekkelijk.
De NAM gaat verder met de zoektocht naar olie. En vindt die ook in het Westen van het land. In 1953 als eerste bij Rijswijk. Al snel volgen plaatsen als Pijnacker, Wassenaar, Zoetermeer, Ridderkerk en Rotterdam.
Hugo Oskam, NAM Teamleider West-Nederland 2013-2020 :
Eigenlijk is in 1938 de eerste olievondst gedaan in West-Nederland. De Bataafse Petroleum Maatschappij had een tentoonstelling in Den Haag en ze wilden laten zien hoe het olieboren in z'n werk ging. Hebben ze werkelijk een toren neergezet en zijn ze gaan boren. En bij toeval vonden ze ook werkelijk olie. Dat was eigenlijk een aanleiding om later in de jaren 50 hier in West-Nederland te gaan zoeken naar olie, en dat werd ook gevonden.
Lucia van Geuns:
Eind jaren 50 werd er veel olie geproduceerd in West-Nederland. In 1961 zelfs meer dan in Schoonebeek. Daarbij lag het dichtbij de infrastructuur, bijvoorbeeld de Rotterdamse haven en met name de raffinaderijen van Pernis.
Hugo Oskam:
In de jaren 50/60 kwam die oliewinning op gang hier in Zuid-Holland. Het blijkt ook wel uit krantenknipsels dat de mensen trots waren dat er delfstoffen waren en dat er werkelijk olie gewonnen werd. En zo ontstond de tweede olieprovincie van Nederland.
Jilles van den Beukel:
Na de suez-crisis vooral, in 1956, toen stokte de aanvoer van olie uit het Midden-Oosten, dreigden er toch tekorten. Dus deed men echt z'n best om olie te vinden. Dat lukte in het Westen van Nederland. Maar ja, het was niet zo enorm veel. De echt grote volumes die kwamen later met gas, met Groningen.
Hugo Oskam:
Heden ten dage wordt er nog steeds olie gewonnen hier in Rotterdam, in West-Nederland. Rondom Rotterdam zijn ook nog diverse kleine gasvelden in productie. Er werkt hier een klein team van ongeveer vijftig mensen, dat iedere dag zorgt voor een veilige productie van olie en gas.
Johan Atema:
De olievondst in West-Nederland in de jaren 50 maakte van ons een klein Drents bedrijf tot een groot nationaal bedrijf. En die olie, die in West-Nederland ook tientallen jaren is ontwikkeld in Ridderkerk en Rotterdam en IJsselmonde, die maakte ons bedrijf een stuk groter. We werden opeens een nationaal bedrijf en moesten mensen uit West-Nederland rekruteren en in dienst stellen. We kregen andere kantoren erbij en we werden echt een groot bedrijf.
De Nam stopt in 1996 met de productie in Schoonebeek. Het lukt niet meer om de olie rendabel uit de grond te halen. De beeldbepalende jaknikkers verdwijnen uit het landschap. Het lijkt erop dat de NAM voorgoed uit Schoonebeek zal verdwijnen.
Maar de NAM-ingenieurs willen dat niet laten gebeuren. Ze ontwikkelen een nieuwe techniek om de zware olie toch uit de grond te halen. Dankzij stoominjectie kan de olie sinds 2011 weer winstgevend worden opgepompt en is de productie uit het Schoonebeker olieveld hervat.
Maar het hoogtepunt in de 75-jarige geschiedenis van de NAM is de vondst van het enorme 'Groningen-veld'. Op 22 juli 1959 om 3 minuten over half zeven in de ochtend wordt het gasveld aangeboord. Op het land van boer Boon in Kolham…
Boer Kornelis Boon:
Ik stond er eerst een beetje sceptisch tegenover. Ik dacht: vlak bij onze schuur zo’n gasboring enzo, met alle gevaren… Maar ach, er was al gauw een sfeer van vertrouwen. We zeiden: dat moet dan maar wezen…
Harm Tuin, burgemeester Slochteren 1956-1961:
De inwoners van de gemeente wisten natuurlijk al een hele poos dat die boorderij aan de gang was. Daar zijn maanden mee gemoeid geweest. Totdat opeens op zo’n 3000 meter, dan is het zover, dan heeft men gas. We hebben voor onszelf nog wel eens gedacht dat men misschien ook zo diep boorde in de stille hoop dat er olie in de grond zou zitten, maar dat is helaas niet bewaarheid geworden.
Jilles van den Beukel:
Dat het gas in Groningen gevonden werd, 1959, was denk ik vooral te danken aan Henk Stheeman. Hij was de toenmalige directeur van de NAM in de jaren 50 en hij geloofde in gas. Dus hij zorgde dat er geld was voor boringen om naar gas te zoeken en daar was die best vasthoudend in. En dat vonden ze in Den Haag, waar de belangstelling meer uitging naar olie, toch niet altijd even leuk.
Het duurt nog jaren voordat duidelijk wordt dat het hier gaat om het grootste gasveld in West-Europa. Met een oppervlakte van zo’n 900 vierkante kilometer en met meer dan 2800 miljard kubieke meter aardgas.
Lucia van Geuns:
Slochteren was een gamechanger. Dat was een enorme vondst, een enorme hoeveelheid gas. Het was voor de overheid en voor NAM daarom heel belangrijk om een goeie overeenkomst te maken voor de exploitatie van deze gasvondst. En die is ook heel gunstig voor beide partijen gebleken.
Johan Atema:
Slochteren was het grootste gasveld in Europa toen wij dat vonden en wij hebben als bedrijf toen moeten omvormen van een oliebedrijf naar een gasbedrijf, wat een geweldige transitie is. Het kan misschien zijn dat beide energieproducten zijn, maar ze zijn erg verschillend. Betekent ook dat Nederland overging van kolen, olie ook op gas. Dus ik heb in mijn jeugd meegemaakt in de jaren 60 dat wij thuis een centrale verwarming kregen, gasgestookt. Dus dat was niet alleen voor NAM en iedereen om ons heen een belangrijke verandering, maar ook voor het land als geheel.
Jilles van den Beukel:
Het duurde even voordat men wat meer zekerheid had hoeveel gas er eigenlijk was, maar daarna ging het heel snel. In 1963 werd de Gasunie opgericht en in 1964 lag er een leiding naar de Randstad en werd begonnen met daar gas te leveren.
Archief Polygoon:
In kasteel oud-Wassenaar heeft een gebeurtenis plaatsgevonden van buitengewoon grote betekenis voor de economie van ons land. De ondertekening namelijk van de stichtingsacte van de Nederlandse Gasunie. Namens de regering…..
George Verberg, hoofddirecteur Gasunie 1992-2004:
Gasunie heeft bij de omschakeling van kolen en olie naar aardgas op twee manieren een hele belangrijke rol gespeeld. In de eerste plaats hebben ze ervoor gezorgd dat in hoog tempo de grote pijpleidingen werden aangelegd. Dat leek wel een voortrollende trein die in Groningen begon en in Zeeuws-Vlaanderen eindigde. En de andere belangrijke activiteit was het de Nederlandse bevolking voorbereiden op en overhalen om aardgas te willen hebben, want dat was natuurlijk een veel betere manier om te koken en te verwarmen dan kolen en olie.
Archief ‘Het theewater zingt’, commercial Gasunie
Het theewater zingt op het gasfornuis. Buiten woedt de storm, het is warm in huis. Een hete douche, een behaaglijk bad. Het is aardgas, aardgas….
Lucia van Geuns:
Slochteren was de vondst die binnen enkele jaren de energievoorziening in Nederland voor zowel de industrie, maar ook de huishoudens en de glastuinbouw heeft veranderd. Het was een echte energietransitie. Tegelijkertijd werd er binnen enkele jaren een landelijk gasnetwerk aangelegd en ook vijf miljoen gastoestellen in de huishoudens werden omgebouwd naar Gronings gas.
Deze energietransitie zorgde voor een schonere samenleving, schoner dan de kolen uit Zuid-Limburg. En tegelijkertijd kon Nederland meepraten op wereldniveau.
Jilles vd Beukel:
Het Groningse gas heeft de overheid 100den miljarden opgeleverd. Er waren jaren dat meer dan 10 procent van de overheidsinkomsten kwamen uit het gas uit Groningen. Het heeft een gedeelte, een groot gedeelte, denk ik, van onze welvaartsstaat gefinancierd. Het is denk ik, één van de weinige keren dat de acties van een enkel bedrijf toch de geschiedenis van een land echt hebben veranderd.
En de NAM gaat door en breidt uit. Niet alleen op land, maar ook op zee. NAM is het eerste mijnbouwbedrijf in West-Europa dat begin jaren ’60 een boring uitvoert op de Noordzee. In 1977 komt het eerste offshore-gas aan land op de NAM-locatie in Den Helder.
Anne O’Halloran, NAM Offshore Asset Manager:
Shell is always been very active in the offshore and was actually one of the pioneers in the Gulf of Mexico. And we built upon that experience. And of course, via NAM, then was one of the early drillers here in Western Europe.
NAM first started operating in the onshore intensely in the Netherlands and was very successful, of course, with the discovery of the giant Groningen gas field. Now the geology onshore and offshore is not very different. Mother Nature doesn't know where the coast is. So actually, that knowledge from onshore we could translate to an understanding of offshore and ultimately NAM became the leader in those early days in the offshore.
Rien Herber, adjunct-directeur NAM 2003-2009:
De offshore werd een succes voor NAM eind 80, begin 90, door de komst van driedimensionale seismiek. Dat was één van de belangrijkste factoren, want dan kreeg je een veel beter beeld van de ondergrond, zodat als je ging boren, ging exploreren, dat je dan veel zekerder wist dat er wat kon zitten en dat scheelde een heleboel droge putten.
Johan Atema:
Wij hebben twee transities meegemaakt: één, we zijn van een olie- naar een gasbedrijf doorontwikkeld door de vondst van gas in Coevorden en Groningen, maar later zijn we ook van een bedrijf wat alleen maar op het land werkte naar een zee-bedrijf omgevormd, waarbij we moesten leren hoe we met logistiek moesten omgaan, op zee, met schepen, met helikopters.
Inmiddels produceert de NAM al jaren gas vanaf tientallen platforms in de Noordzee. En ook hier staat de ontwikkeling niet stil….
Anne O’Halloran:
We've been going through a journey where we're actively decomplexing and also demanning those locations. And we do that because it makes the locations more reliable, more safe, but also it allows us to reduce our greenhouse gas footprint by switching out gas or diesel power generation for renewables on those platforms.
Anne O’Haloran:
Because the platforms are now demanned, we need to maintain them using two state of the art Walk to Work vessels. We've been some of the earliest innovators and pioneers in Walk to Work technology, and we've had the first purpose-built vessel in our portfolio since 2015. Imagine these vessels like a Swiss Army knife. All the equipment and all the specialist skills that you need are brought to the platform during the day. Our folks do the work and then they go back to the vessel to sleep at night.
Johan Atema:
Die vondsten op zee hebben geweldig geholpen om Nederland nog meer gas aan te bieden, zodat we tientallen jaren Groningen konden bewaren voor een koude winter.
Jilles van den Beukel:
In de jaren 70 realiseerde men zich dat ten eerste, Groningen, hoe groot ook, wel eindig was, en ten tweede dat de grote belofte die kernenergie had voor een energiesysteem, dat die niet uitkwam.
Lucia van Geuns:
De oliecrisis in 1973 was voor de overheid een stimulans om het aardgasgebruik terug te dringen. Tegelijkertijd werd er ook gestimuleerd om meer gasvelden te vinden. Kleine gasvelden. En dan zou Slochteren worden gespaard voor de langere termijn.
Johan Atema:
Kleine velden betekende voor ons dat we veel innovatiever moesten worden. Het zijn kleine volumes. Die moet je kostencompetitief uit de grond kunnen halen. Dat betekent dat je boortechnieken, de wijze waarop je ze moet behandelen, de wijze waarop je moet samenwerken, dat moest echt anders, want uiteindelijk, als je dat niet doet, als je niet heel effectief en heel efficiënt bent, kun je ze niet ontwikkelen, dan levert het niet genoeg op. Dus wij moesten als bedrijf ons bijna heruitvinden in creativiteit, in samenwerken, samen met partners, samen met aannemers en de omgeving.
Dick Lont, medewerker NAM 2005-2022:
Een belangrijke innovatie die we hebben toegepast in de kleine velden ontwikkeling is dit kleiner maken van de putten, standaard putten, waardoor we een kleinere boortoren kunnen toepassen. Dat leidt tot kleinere locaties, zoals de locatie Faan in provincie Groningen. Waarbij we vervolgens ook de putten hebben aangesloten met kleine mobiele productieunits, die we in die periode hebben ontwikkeld.
George Verberge:
Dat kleine velden beleid is erg succesvol gebleken, want we hebben in totaal zo'n 800-850 miljard kubieke meter aardgas erbij gevonden, en dat mag je bijvoorbeeld vergelijken met Engeland. Die had 500 miljard en toen vond men dat al veel. Dus dit was echt een groot succes.
Om het Groningen-veld nog meer te ontzien, ontwerpen de NAM-ingenieurs in de jaren 90 nóg iets nieuws: de ondergrondse gasopslagen in Grijpskerk en Norg.
Johan Atema:
Ondergrondse gasopslagen werden bedacht in een tijd dat we als NAM en in Nederland veel te veel gas hadden. Dus degene die dat bedacht, die werd weggehoond maar hij had toen al de gave om in de toekomst te kunnen kijken en te denken: ja, maar daar komt een tijd dat we in de winter straks wel tekort hebben. Dus als we een deel opslaan als reserve dan kunnen we die gebruiken. En uiteindelijk is er toch naar hem geluisterd en heeft het ons geholpen, tot op de dag van vandaag en ook aanstaande winter, om uit die ondergrondse gasopslagen gas te produceren en energie te halen.
Jilles vd Beukel:
Het is toch te danken aan het technische werk van de NAM-ingenieurs dat die gasopslagen er gekomen zijn.
Henk Oosterhuis, NAM-locatiemanager Norg:
De gasopslag in Norg is bijzonder omdat het de grootste gasopslag is in Europa. We kunnen zes miljard kubieke meter Groningen kwaliteit gas opslaan en we zijn in staat de gasopslag te opereren met heel weinig mensen. Het kan bediend worden door één persoon.
Bijzonder van deze gasopslag is dat er bij de bouw heel erg rekening is gehouden met de omgeving, we liggen in een natuurgebied, een bebost gebied. Dus de bouw is vooral laag gehouden om echt in te passen in de omgeving en weinig overlast te veroorzaken, weinig op te vallen.
Maar niet iedereen is blij met al die activiteiten. De NAM krijgt vanaf de jaren negentig steeds te maken met weerstand uit samenleving. Vooral als er plannen zijn om onder de Waddenzee naar gas te gaan boren. Toch krijgt de NAM in 2006 toestemming om onder dit werelderfgoed gas te produceren. Maar wel vanaf het vaste land en volgens het: ‘hand-aan-de-kraan’ principe, waarbij de winning wordt verminderd zodra er negatieve gevolgen zijn voor de natuur.
Dick Lont:
In het Waddenzee project heeft het hand-aan-de-kraan-principe heel erg geholpen om acceptatie te krijgen van wetenschap en omgeving, en we hebben daarbij heel veel informatie gedeeld met wetenschappers en kunnen aantonen dat gaswinning in de Waddenzee verantwoord mogelijk is.
Rien Herber:
De weerstand tegen boren onder de Waddenzee, die er in het begin was, is uiteindelijk afgenomen door een externe oorzaak. Beide partijen, zowel de natuurbeweging als NAM, zagen dat de ecologie in de Waddenzee achteruitging in kwaliteit, terwijl er nog niet eens gas gewonnen werd. Dat leidde ertoe dat we gesprekken kregen met elkaar op een hele kleine basis, niet publiek, om te kijken: waar zitten onze zorgen en kunnen we een oplossing bedenken om daar iets aan te doen? En zo is ontstaan dat het idee kwam van een Waddenfonds om die ecologie te verbeteren. Maar eigenlijk was het belangrijkste dat we wederzijds vertrouwen kregen in elkaar. Op dat moment. We zaten daar echt met wederzijds vertrouwen om dit te proberen op te lossen.
Onderzoek toont aan dat gaswinning onder de Waddenzee tot nu toe geen negatieve gevolgen heeft voor de natuur.
Maar het gaat niet altijd goed... Bij een proefboring in 1965 in de buurt van ’t Haantje, in Drenthe, scheurt de aarde open. Gas, water en modder spuiten metershoog de lucht in. Deze ‘blowout’ maakt de aarde vloeibaar... en een 40 meter hoge boortoren wordt volledig opgeslokt.
Ruim 10 jaar later gaat het ook in Schoonebeek mis….
Anneke van Os:
Ik werkte toen op kantoor in Schoonebeek en mijn vader riep mij ‘s morgens dat er een spuiter was. En dat was crisis. Dat hadden we nog nooit meegemaakt.
In de vroege morgen van 8 november 1976 schiet een afsluiter van een stoominjectieput. Bewoners schrikken wakker van het lawaai. Een dertig meter hoge fontein van stoom, zand en olie spuit de lucht in en daalt neer over het dorp.
Bertus Hilberts, medewerker NAM 1972-2010:
Was een boer die belde op. Hij zegt: ik heb mijn melkemmer schoongemaakt, ik leg ze te drogen en ze worden gelijk weer vuil. Wat is het toch aan de hand bij jullie? Ik zeg ik kom eraan. In de auto gestapt, reed bij de boer het erf op en voordat ik het in de gaten had, was de hele vooruit dicht met de olie-zanddeeltjes die door de lucht zweven. En toen had ik pas echt door wat er aan de hand was.
Na twee dagen lukt het de NAM-technici om de put te dichten. En in het dorp kan worden begonnen met de grote schoonmaak.
Anneke van Os:
Het hele dorp zat onder de olie en dat moest natuurlijk schoongemaakt worden. We hadden thuis een hondje en dat liep over de vloerbedekking, en mijn vader die maakte de vloerbedekking schoon. Maar als dat niet lukte, dan zouden we nieuwe vloerbedekking krijgen. Alles werd betaald door de NAM, er was dan ook geen kritiek op de NAM, niet voor de spuiter, maar ook niet na de spuiter.
Bertus Hilberts:
We hebben de schade opgelost door het dorp in drie sectoren in te delen. De ergste sector, die kreeg sowieso wel of geen schade 750 gulden, sector twee, die kreeg 500 gulden en dan de randgevallen kregen een basisbedrag van 250 gulden. Alle bewoners zijn stuk voor stuk bezocht en er werd gekeken naar de vloerbedekking. Die werd zo nodig schoongemaakt of vervangen door nieuwe. De groente werd ook sowieso vergoed, want dat kon men niet meer eten. En zo hebben we dus in twee maand tijd, voor de kerst was heel het dorp schoon en alle bewoners waren bezocht. Het leuke daarvan ook was mijn toenmalige baas, die kreeg de opdracht van de toenmalige directeur Van Engelshoven de opdracht om het op een Schoonebeeker-manier op te lossen, zodat de NAM nog langer als 30 jaar in Schoonebeek kan en mag werken. En we kunnen zeggen: dat is gelukt.
Archief Radionieuws:
Bij een explosie op het terrein van de Nederlandse Aardoliemaatschappij in het Groningse Warffum zijn twee doden gevallen. Ook zijn er gewonden. Na de explosie ontstond een grote brand…de tank, die er af is geslagen, die ligt nu gekruld en zwartgeblakerd om de inmiddels….
Jakob van der Wal, veiligheidsmedewerker NAM 1995-2016:
Warffum is voor NAM een omslagpunt geweest van persoonlijke veiligheid naar veel meer proces veiligheid. Persoonlijke veiligheid wordt vaak uitgelegd als hand aan de trapleuning, achteruit inparkeren. Procesveiligheid is veel meer de risico's op de locatie, bijvoorbeeld brand en explosie, incident zoals dat bij Warffum is gebeurd, en dat heeft enorme impact gehad op de manier van kijken naar de processen, de beheersing van de processen op NAM-locaties.
Johan Atema:
Wij werken in een risicovolle industrie, dus we hebben in die 75 jaar helaas ook incidenten gehad. En die hebben het bedrijf getekend. Maar we hebben er ook van geleerd en wij weten dat we een risicovolle industrie werken. We weten dat we die risico's moeten inschatten, dat doen we niet altijd perfect, zoals deze voorbeelden aangeven, maar voor ons is het wel dan van essentieel belang dat je ervan leert, zodat dat nooit meer gebeurt.
Jakob van der Wal:
Ik ben nu vijf en een half jaar weg en ik ben doorgegaan als zzper. Ik ben ondertussen bij een kleine 20 grote organisaties geweest en één ding is voor mij volstrekt helder: ik heb nergens in geen enkel van deze bedrijven een veiligheidsmanagementsysteem, veiligheidscultuur aangetroffen die ook maar in de buurt komt van wat we bij NAM en Shell hebben ontwikkeld.
En dan is t zomer 2012. Op 16 augustus vindt bij het Groningse dorpje Huizinge die andere grote gebeurtenis in de geschiedenis van de NAM plaats. De zwaarste aardbeving tot nu toe, met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter…
Archief audio:
Groningen is gisteravond opnieuw opgeschrikt door een aardbeving. In Groningen begint de grond rond 8 uur te schudden. Volgens het KNMI was het de zwaarste aardbeving….
Jan Wigboldus, voorzitter Groninger Gasberaad:
Er zijn hier aardbevingen opgetreden en die waren heel dichtbij. Sommigen die zaten op minder dan een kilometer van onze woonplek en die hebben veroorzaakt dat één van de schuren zwaar is beschadigd en dat er scheuren in het metselwerk zijn ontstaan, zodat daar ook balken gekanteld zijn en dat die ook niet meer reparabel zijn.
Het heeft onze familie zwaar beïnvloed en dat heeft ook wel de nodige, niet alleen scheuren in het metselwerk gegeven, maar ook wel scheuren in onze familie gegeven.
Bart vd Leemput, directuer NAM 2009-2014:
Nou, het was een schok, het was een aardbeving. Dat was een schok, maar de hele reactie was een schok. Mensen zijn geschrokken, wij zagen dat mensen geschrokken waren. De reacties waren veel meer dan we tot nu toe gehad hebben. Bijvoorbeeld in de tien jaar voor Huizinge hebben we 100 schademeldingen per jaar gehad. Nu waren er duizenden in de tijd van een maand, dus dat is een heel andere wereld waarin we terechtkwamen.
Albert Rodenboog, burgemeester Loppersum 2003-2018:
Voor ons was Huizinge natuurlijk heel zwaar, maar daarvoor wisten we al dat wij bevingen hadden. In 2003 zijn ze weer begonnen en dat had te maken met het opstarten van de productie volop in het Groningerveld. Dus we wisten eigenlijk toen al, dat er een relatie was met productie en de hoeveelheid bevingen en de sterkte van de bevingen, toen al.
Bart vd Leemput:
Het was duidelijk dat behalve technische verhaal, dat we ook een stuk connect met de bevolking in Groningen kwijt waren, dus we zijn toen massaal op pad gegaan om die weer te proberen te herstellen.
Albert Rodenboog:
Op 17 augustus 2012, een dag na Huizinge, deed ik een oproep richting NAM: kom nu eens met een ruimhartige schaderegeling. Als daar een invulling aan was gegeven dan had je iets kunnen doen voor de Groningers. Want tot op de dag van vandaag vechten mensen nog steeds voor het herstel van hun woning.
Jan Wigboldus, Groninger Gasberaad:
Er zou ruimhartig omgegaan worden met schades, er zou ruimhartig worden omgegaan met mensen die hun huis zouden worden versterkt. Maar alles overziende is dat toch wel wat anders uitgepakt en geven én de NAM en de overheid een andere uitleg aan het woord ruimhartigheid als wat wij hier in Groningen daaronder verstaan.
Bart vd Leemput:
D'r zijn heel veel dialogen geweest met heel veel gevallen en we hebben in een aantal twijfelgevallen van: is dit nou door aardbevingen gekomen of niet gezegd van nou, we gaan het gewoon vergoeden. We hebben zelfs in een aantal gevallen waarin je kon zien dat het niks met aardbevingen te maken had, maar waar het wel heel schrijnende gevallen waren, ook een vergoeding gegeven uit de speciale pot voor mensen met schrijnende gevallen. Nou dat gezegd hebbende, hoor ik die kritiek ook en het blijft natuurlijk een individuele beleving. Wat is nou ruimhartig en wat is niet ruimhartig?
In individuele gevallen zou het best zo kunnen zijn dat mensen zich niet ruimhartig genoeg behandeld voelen, maar het is wel altijd onze intentie geweest om mensen ruimhartig te behandelen.
Jilles vd Beukel:
De zware aardbevingen in Groningen waren een groot probleem voor de NAM en eigenlijk ook een probleem dat te groot was voor de NAM. Maar ik wil er twee dingen aan toevoegen. Ten eerste, er was misschien sprake van onhandigheid en ik denk ook van incompetentie maar er was geen sprake van kwade wil. En ten tweede, de overheid, die 90 procent van het geld kreeg, heeft zich lang toch wel heel makkelijk verscholen achter de NAM, die 90 procent van de problemen op het bord kreeg.
Lucia van Geuns:
De aardbeving bij Huizinge in 2012 was een omslag. Het was het moment dat de NAM z’n licence to operate heeft verloren, het sociaal maatschappelijke draagvlak met name in Noord-Nederland was verdwenen.
Johan Atema:
De crisis die wij veroorzaakt hebben ten gevolge van de gaswinning, heeft veel impact op de Groningers, veel ellende veroorzaakt en nog steeds. Maar het heeft ook veel voor bedrijf betekend, ook wij hebben toch wel heel veel jaren na kunnen denken over wat wij anders hadden moeten doen, hoe wij ons anders hadden moeten opstellen. En ik ben ervan overtuigd dat wij als bedrijf hier veel beter uit zijn gekomen en veel lessen hebben geleerd.
Jan Wigboldus:
Ze moeten alles op alles zetten om dit hier beter af te hechten, gewoon beter te organiseren en als gaswinning wordt gestopt, dat er een betere provincie achterblijft als die d'r was toen ze begonnen.
Al vrij snel na de beving bij Huizinge dringt bij de NAM het besef door dat er te weinig kennis is over de aardbevingen in Groningen. En de onderzoeken die er zijn, gaan ervan uit dat een beving niet zwaarder zal worden dan 3.9 op de schaal van Richter.
Bart vd Leemput:
We kwamen met Huizinge in een nieuwe realiteit terecht. We dachten: maximum beving kan drie punt negen zijn en dan zijn huizen veilig. Dat veranderde in: we weten niet hoe sterk de maximale beving kan zijn, en dan weten we dus ook niet of mensen veilig in hun huis kunnen wonen. Dus vragen die opkwamen was: hoe sterk kan het dan zijn? Hoe beweegt de grond dan, hoe sterk zijn huizen en hoe kunnen we ze versterken als het nodig is? Nou, daar wisten we allemaal nog niks van, dus daar is heel veel onderzoek voor nodig geweest om die vragen te beantwoorden.
Jan van Elk, NAM-onderzoeksleider aardbevingen Groningen 2013-2022:
We zijn echt begonnen met heel veel te meten. We hebben heel veel meetapparatuur geïnstalleerd in de Groningen regio zelf en we hebben wetenschappers van over de hele wereld benaderd om samen met ons die onderzoeken te doen.
We zijn gaan samenwerken met het EU-center, dat zit in Pavia. We hebben samengewerkt met het NECC in Portugal. Dat zijn echt grote laboratoria die er op gericht zijn om de invloed van aardbeving op gebouwen, om daar inzicht in te verkrijgen. En wij zijn er natuurlijk naartoe gegaan en hebben daar Groningse gebouwen laten bouwen op schudtafels. Zijn we gaan kijken wat daarmee gebeurt als die worden blootgesteld aan een aardbeving.
Het meest trots ben ik eigenlijk wel op het enorme onderzoeksprogramma dat hebben we gedaan naar metselwerk huizen. Er was veel onderzoek gedaan naar betonnen huizen, veel naar stalen constructies. Moet je echt denken aan grote infrastructuur-achtige objecten, maar er was heel weinig onderzoek gedaan naar woningen van mensen. Daar hebben we een enorm programma daarop gezet. We hebben tientallen muren kapot gemaakt, huizen gebouwd op shaketabels. We hebben echt er alles aan gedaan om dat zo goed mogelijk te begrijpen.
Bart vd Leemput:
Door dat onderzoek worden die onzekerheden ingeperkt en als we dus nu d'r naar kijken, dan blijkt dat het toch minder erg kan zijn als dat we toen meteen naar huizingen dachten.
Jan van Elk:
Ik denk dat het wetenschappelijk heel veel heeft opgeleverd. We weten nu veel meer over hoe menselijk handelen in de ondergrond aardbevingen kan veroorzaken. En dat wordt ook over de hele wereld gebruikt.
Voor Groningen denk ik wat minder. Er is een enorme aarzeling om de resultaten van dit onderzoeksprogramma te gebruiken in beleid. Uiteindelijk heeft de NAM het betaald en veel mensen hebben er daardoor niet veel vertrouwen in.
Dat vind ik heel triest. We deden het uiteindelijk voor de mensen in Groningen. Groningen was ons doel, ons doel was niet om de wetenschap vooruit te helpen. Ons doel was om een inzicht te krijgen in de risico's die mensen in Groningen lopen en wat we daaraan kunnen doen, een versterkingsprogramma, dat soort dingen.
Ik ben heel trots op het werk wat we hebben gedaan. Als wij in de wetenschappelijke wereld naar congressen gaan. Ja, mensen kijken naar ons en denken van: wow weet je, dit zijn dingen, dat heeft niemand gedaan. Ja, dat is echt fantastisch mooi, hé!
Met de betrouwbare levering van Nederlands gas en olie speelt de NAM al 75 jaar een centrale rol in de energievoorziening in Nederland. Dat zal de komende jaren ook zo blijven. En dankzij de kennis die dat heeft opgeleverd, dragen NAM-medewerkers ook bij aan de energietransitie.
Esther Vermolen, manager energietransitieteam NAM:
Ik leid het energietransitie team van de NAM en daar kijken we hoe we onze kennis en kunde en onze locaties ook kunnen gebruiken voor de energietransitie. En bijvoorbeeld alle kennis van de ondergrond zoals hier opgeslagen ligt in de core store kunnen we hiervoor gebruiken.
We kijken enerzijds naar hoe we onze eigen uitstoot van onze eigen operaties kunnen verlagen, en aan de andere kant kijken we ook naar nieuwe thema's zoals bijvoorbeeld Co2 opslag en ook waterstof en geothermie en daar kunnen we de kennis van de ondergrond, echt heel goed in gebruiken.
Anja Dijkhuizen, young energy officer NAM:
Wij zijn de young energy officers, dat zijn de jonge mensen binnen de Nederlandse gassector en wij zetten ons in voor een duurzame toekomst, en dat doen we door naar buiten te treden, maar ook weer terug te komen binnen onze bedrijven en een spiegel voor te houden. Van zetten wij genoeg stappen om die duurzame toekomst ook echt vorm te geven.
Ik geloof er ook echt in dat wij als sector en als NAM, als bedrijf, een rol te spelen hebben, maar dat we daardoor wel nu inderdaad actie moeten nemen. Anders missen we ergens een boot.
En die actie onderneemt de NAM ook. Op de NAM-locatie van de voormalige gaszuiveringsinstallatie in Emmen zijn door diverse bedrijven groene activiteiten opgestart, zoals de aanleg van een zonnepark en de bouw van een waterstoffabriek. De oude gaszuiveringsinstallatie is nu een energie-hub. En ook de NAM-locatie in Den Helder kan een rol gaan spelen bij de energietransitie.
Esther Vermolen:
Een voorbeeld van een project waar wij aan werken als energietransitieteam is het H2Gateway-project in Den Helder. Daar kijken we naar blauwe waterstof, wat we kunnen maken van het aardgas wat gewonnen wordt op de Noordzee, aardgas wordt omgezet in waterstof en de co2 wordt afgevangen. En die co2 wordt dan weer offshore gebracht en kan daar opgeslagen worden in de lege gasvelden. Op die manier creëren we een milieuvriendelijke brandstof zonder co2 uitstoot.
Anja Dijkhuizen:
De jonge mensen in onze sector, dat merk je toch, die brengen de creativiteit in het bedrijf, energie, nieuwe ideeën die mensen op de universiteit hebben gehoord. We willen graag innoveren, we zijn veranderend bedrijf, er gebeurt heel veel op dit moment. En ja, de jonge mensen daarin meenemen, kennis overdragen om te zorgen dat ook in de toekomst die kennis behouden blijft. Dat is heel belangrijk.
Die kennis wordt ook gebruikt wordt bij het sluiten van het Groningenveld. De komende jaren ruimt de NAM de gaswinningslocaties op en geeft de grond terug aan de eigenaar.
Johan Atema:
NAM heeft geweldige, goeie mensen, we hebben geweldig goeie ideeën en ik denk dat wij nog een grote rol kunnen spelen in de energievoorziening in Nederland, met olie en gas, maar ook in de energietransitie met co2 opslag, met waterstof en vele andere zaken. Dus ik denk dat wij over 25 jaar en ik hoop het ook nog steeds een heel florerend bedrijf zijn met een andere directeur.
Jilles vd Beukel:
75 jaar NAM heeft toch wel veel betekend voor Nederland, en dan met name Groningen-gas. Maar daartegenover staat: ja, Groningen, bevingen, dat probleem heeft men niet tot een goed einde kunnen brengen.
Lucia van Geuns:
De eerste 65 jaar van NAM’s bestaan heeft heel veel welvaart gebracht in Nederland, de laatste 10 jaar ook veel verdriet. Het is dus eigenlijk een lach en een traan voor zowel de bewoners, voor de NAM, maar ook voor de staat.
Johan Atema:
Ik ben heel trots op het bedrijf. Ik vind het een geweldige eer om het bedrijf te mogen leiden. Ik heb hier drie keer gewerkt, ik kwam als jonge jongen binnen bij nam. Ik ben weggeweest, teruggekomen, weggeweest en weer teruggekomen. Ik ben de Heintje Davids van NAM. Maar ik vind het een geweldige eer. De NAM is een instituut, we zijn er al 75 jaar, we voorzien al 75 jaar Nederland van essentiële energie. Als het koud is in de winter: door de NAM hebben we een warm huis, kunnen we warm douchen. En die rol heeft het bedrijf echt op een fenomenale wijze gespeeld. We hebben onze crises gehad, maar we hebben toch ook tientallen jaren er gestaan als we er moesten staan en daar kunnen alle NAMmers trots op zijn. En na deze crisis in Groningen weet ik zeker dat de goeie tijden terugkeren en dat we als bedrijf weer kunnen bouwen aan een hele mooie toekomst.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij
Al 75 jaar een betrouwbare bron van energie