Benzeenemissies in het Rijnmondgebied
feb. 23, 2012
Gezamenlijk onderzoek van DCMR (milieudienst Rijnmond), SodM (Staatstoezicht op de Mijnen) en de NAM heeft uitgewezen dat de verhoogde benzeenconcentraties die op 4 en 12 februari door DCMR zijn gemeten toe te wijzen zijn aan twee gasbehandelingslocaties van de NAM.
Het betreft de gasbehandelingslocatie Botlek aan de A15 bij de Botlektunnel en de gasbehandelingslocatie Gaag aan de A20 bij bedrijventerrein Coldenhove, in Maasland. Op beide locaties wordt zowel aardgas gewonnen als behandeld.
Experts van DCMR en SodM hebben vorige week de NAM-locatie Gaag bezocht om informatie uit te wisselen en metingen uit te voeren. Uit analyse van de data kan geconcludeerd worden dat de NAM-installaties de gemeten benzeenpieken hebben veroorzaakt.
Botlek
Op 4 februari heeft de NAM een storing gehad op delen van haar installatie Botlek. Enkele systemen functioneerden tijdelijk niet, mede als gevolg van de extreme weersomstandigheden. Daarom is een gedeelte van de installatie automatisch uit bedrijf gegaan, waarbij deze drukvrij is gemaakt en het aanwezige aardgas automatisch op een gecontroleerde wijze is afgeblazen. Het benzeen dat gemeten is door DCMR komt uit het aardgas dat geventileerd is tijdens die automatische afsluiting. Onderzoek heeft dit bevestigd. Inmiddels zijn wijzigingen in de betreffende installatie doorgevoerd om de kans op herhaling te minimaliseren.
Gaag
Tijdens de gemeten benzeenpiek bij Maassluis van 12 februari was de NAM-gasbehandelingsinstallatie Gaag buiten gebruik. Door een samenloop van operationele omstandigheden zijn de beveiligingsmechanismes op deze locatie in werking getreden en is gedurende korte periodes is hierbij aardgas afgeblazen om overdruk in de installaties te voorkomen. Onderzoek heeft aangetoond dat het zeer waarschijnlijk is dat de gemeten benzeenpiek bij Maassluis hierdoor veroorzaakt is.
Onderzoek
Bart van de Leemput, directeur NAM: “Helaas hebben zich onlangs twee situaties voorgedaan op NAM locaties waarbij installaties automatisch zijn uitgeschakeld en aardgas is afgeblazen om de installaties drukvrij te maken. Ik heb echter ook geconstateerd dat onze veiligheidssystemen goed hebben gewerkt. De NAM werkt uiteraard volledig mee aan het onderzoek van DCMR en SodM. Daarnaast zijn we een intern onderzoek gestart om te achterhalen hoe dit gebeurd is en hoe we de kans op zulke gebeurtenissen kunnen minimaliseren. Ook kijken we hoe de informatie-uitwisseling tussen de NAM en de betreffende overheden nog beter kan.”
Benzeen
Van nature zit er benzeen in aardgas. Als er delen van installaties uit bedrijf moet worden genomen wordt er aardgas afgeblazen om de locatie drukvrij te maken of om overdruk te voorkomen. In dat aardgas kan dus ook een kleine hoeveelheid benzeen zitten.
De wettelijke grens voor benzeenemissies is een gemiddelde op jaarbasis. Ook inclusief deze pieken blijft de emissie in het Rijnmondgebied onder deze grens. Meer informatie over benzeen is te vinden op de website van DCMR (www.dcmr.nl).