De aardbeving bij Huizinge in 2012 is om verschillende redenen een keerpunt. Daarna zijn de inzichten in de aardbevingsproblematiek sterk verbeterd. Er zijn belangrijke stappen gezet op het gebied van schadeafhandeling, bouwkundig versterken en leefbaarheid. Er is een uitgebreid onderzoeksprogramma opgezet en een meetnetwerk aangelegd. Zo leren we de seismische dreiging en risico’s steeds beter begrijpen. Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft onderzoek en aanbevelingen gedaan.
Piekgrondversnelling bij aardbevingen
Door onderzoek weten we dat het risico op schade niet zozeer bepaald wordt door de kracht van een beving, maar door de beweging van het grondoppervlak na een aardbeving. Dit noemen we piekgrondversnelling, afgekort als PGA (Peak Ground Accelaration). De piekgrondversnelling wordt niet alleen bepaald door de kracht van een aardbeving. Ook bijvoorbeeld de lokale bodemgesteldheid heeft effect op de piekgrondversnelling. Zo kan een beving met de kracht 2,0 op de schaal van Richter op zandbodem anders uitpakken aan het oppervlak dan op veengrond. De piekgrondversnelling wordt uitgedrukt in meter per seconde kwadraat.
Na de aardbeving bij Huizinge is het aardbevingsonderzoek fors geïntensiveerd. Een van de belangrijkste doelen is nu het inschatten van de aardbevingsdreiging. Dit is een inschatting van de maximale grondversnelling bij aardbevingen in de komende 475 jaar. Mede op basis hiervan wordt een inschatting gemaakt van de gevolgen van de aardbevingsdreiging voor de veiligheid van bewoners. Het gaat daarbij om de krachten waar gebouwen aan worden blootgesteld en de sterkte van diezelfde gebouwen.
Aardbevingsdreiging inschatten
NAM onderzoekt wat er in de diepe ondergrond gebeurt en wat de gevolgen daarvan zijn aan de oppervlakte. Dat noemen we de aardbevingsdreiging. Dit is een inschatting van de maximale grondversnelling bij aardbevingen die kunnen plaatsvinden in de komende 475 jaar. Dit drukken we uit in de piekgrondversnelling (PGA – Peak Ground Acceleration). De piekgrondversnelling is het ‘bewegen van het oppervlak’ door een aardbeving. Het bewegen van het oppervlak veroorzaakt de schade aan huizen en gebouwen en is daarmee ook van invloed op de veiligheid. De laatste berekeningen laten zien dat de aardbevingsdreiging lager is dan eerder werd aangenomen.